AyganZorg

Onze laatste nieuwsberichten

AyganZorg maakt zichzelf het liefst overbodig

AyganZorg maakt zichzelf het liefst overbodig

Hoewel autochtone Nederlanders zeker welkom zijn bij AyganZorg, richt deze Eindhovense zorgaanbieder zich primair op de allochtone mensen in de regio Brabant. Daarmee blijkt de organisatie in een enorme behoefte te voorzien. De reguliere zorgaanbieders werken graag met AyganZorg samen.

AyganZorg maakt zichzelf het liefst overbodig
Als het nodig is in het aanbestedingstraject, neemt Nuray Uysal-Aygan van AyganZorg alle 114 cliënten mee naar de gemeente. Om daar te laten zien: kijk: dit zijn ze, de mensen die de meerwaarde van de Inloop zien. De ontmoetingsplek is in korte tijd zo belangrijk geworden voor deze mensen dat Uysal-Aygan er veel voor over heeft om te waarborgen dat die blijft bestaan.

AyganZorg heeft de ontmoetingslocatie Inloop voor anderstalige cliënten samen met GGz Eindhoven opgezet. ‘Dat had meerwaarde voor ons allebei’, vertelt Uysal-Aygan. ‘GGzE was zelf onvoldoende in staat om deze mensen te bereiken. En wij waren nog onvoldoende professioneel om zo’n inloop zelfstandig op te zetten. Dat er behoefte aan was, merkten we al snel. We hadden gerekend op acht tot twaalf mensen per dagdeel; we hebben nu dus al 114 aanmeldingen. Ik begrijp dat ook wel. Het past niet in de cultuur van mensen van Turkse of Marokkaanse achtergrond om hulp van buiten te vragen op het moment dat een gezins- of familielid chronisch ziek wordt. Dan ontstaan problemen. Mensen krijgen niet de zorg die ze nodig hebben of komen in een isolement; mantelzorgers raken overbelast. Bovendien kunnen andere problemen ontstaan. Schulden bijvoorbeeld, als een inkomen wegvalt. Wij wilden een veilige omgeving voor deze mensen creëren, waarin ze het niet als een schande ervaren om over hun problemen en zorgen te praten. Wij kennen hun cultuur, we weten hoe we hun respect moeten tonen en we kunnen hun gericht adviseren om te voorkomen dat kleine problemen grote problemen worden.’

De inloop is ook voor GGzE van grote waarde, vertelt assistent centrummanager Paul Melis. ‘We zijn enkele jaren geleden met AyganZorg in gesprek gekomen over ambulante thuisbegeleiding en vandaaruit is deze samenwerking ontstaan. Door de kabinetsplannen voor de langdurige zorg zullen de AWBZ-middelen per 2015 naar de gemeenten gaan. Hierdoor ontstaat een potentieel probleem en zullen we naar verwachting deze samenwerking niet of niet volledig kunnen continueren.’

Barrières doorbreken
Het zat er al vroeg in dat Uysal-Aygan zich in deze richting zou gaan ontwikkelen. Ze studeerde agogisch werk en kwam in aanraking met een Turkse vrouw voor wie de zorg niet goed geregeld was. Ze wierp zich op als vrijwilliger en legde hierbij blijkbaar zoveel enthousiasme en doorzettingsvermogen aan de dag dat een wethouder op een gegeven moment tegen haar zei: waarom ga jij dit niet als je werk doen? ‘Dat kon toen nog op basis van het persoonsgebonden budget’, vertelt ze. ‘Ik kreeg al snel vragen van meer mensen, maar ik merkte ook al snel dat het pgb voor hen niet goed werkte. Ze dachten dat ze vrije bestedingsruimte hadden voor dit geld, en besteedden het dus ook aan andere dingen dan zorg. Daarom besloot ik verder te gaan met zorg in natura.’

Uysal-Aygan merkte dat de Nederlandse taal voor veel allochtone cliënten een barrière is en dat mantelzorgers overbelast raakten. Ze had al vier medewerkers in dienst toen ze twee jaar geleden een aanvraag indiende voor een In voor zorg!-traject. ‘Ik ben een perfectionist’, zegt ze, ‘en ik vind dat mijn medewerkers ook heel goed moeten zijn, vandaar. Om diezelfde reden doorliepen we ook de HKZ-procedure.’ Groei van AyganZorg was het gevolg. ‘Ik nam vooral verzorgenden niveau-2 en -3 aan omdat ik merkte dat daar de behoefte zat’, vertelt ze. ‘En alleen anderstaligen, omdat ik een oplossing wilde bieden voor de problemen waarmee de anderstalige cliënten en hun naasten in onze samenleving te kampen hebben. Wie hier werkt, dient de taal van de cliënt te spreken.’

De cultuur kennen
Het specifieke aandachtsgebied van AyganZorg bleek in een behoefte te voorzien. ‘Er was zoveel ruimte voor verbetering in de thuiszorg’, zegt Aygan. ‘Een voorbeeld. Een klant meldde zich bij ons omdat zij erg ontevreden was over de verleende zorg. De zorghandelingen waren goed, maar om tijd te besparen kreeg zij haar middagbroodje geserveerd terwijl ze op het toilet zat. In haar cultuur wordt dit als respectloos ervaren. Maar er zijn meer dingen waarop je moet letten voor onze cliënten. Ik noemde al de taal. Een ander aspect is godsdienst. Het idee van een zorgaanbieder: “U bent Turks dus u bent moslim” is bijvoorbeeld heel onterecht. Nederlandse zorgaanbieders weten dit niet altijd, wij wel. Wij vragen onze cliënten dus naar hun godsdienst en proberen daarmee rekening te houden. En we kijken heel goed naar de mantelzorger. Het past niet binnen de cultuur dat een Turkse of Marokkaanse mantelzorger aangeeft dat hij of zij oververmoeid is en de zorg niet meer aankan. Daarom kijken wij heel goed naar de situatie waarin zo iemand zich bevindt. Eventueel bieden we tijdelijke opvang of dagopvang voor de cliënt om de mantelzorger te ontlasten. Natuurlijk hebben wij even weinig tijd als de Nederlandse zorgaanbieders; daarom overleggen we ook met de cliënt hoe we die tijd het best kunnen besteden. We weten bijvoorbeeld op welke momenten douchen heilig is en wanneer een washandje volstaat.’

Intramuraal aanbod
Inmiddels heeft AyganZorg meer plannen. ‘Soms komen we in thuissituaties waar mantelzorgers overbelast raken doordat de oudere eigenlijk al lang intramuraal zou moeten verblijven’, zegt Aygan. ‘Maar de mantelzorgers durven die stap niet te zetten, omdat het niet in hun cultuur past of omdat ze vrezen dat hun ouder daar niet de juiste zorg krijgt. Zorgaanbieder Vitalis WoonZorg Groep benaderde ons om hiervoor samen een oplossing te zoeken. Het aanbod dat ze me lieten zien, vond ik niet passen bij de cliënten voor wie ik werk, dus heb ik aanpassingsvoorstellen gedaan. En toen die waren doorgevoerd, zijn we cliënten gaan aantrekken.’

Die ontwikkeling verliep echter trager dan beide partijen zouden willen, erkent bestuurder Pink van Veen van Vitalis. ‘Na anderhalf jaar intensief zoeken naar mogelijke huurders voor de speciale appartementen met een gezamenlijke leefruimte, woont er nog steeds maar één cliënt. Het is voor deze mensen blijkbaar moeilijk om de zorg uit handen te geven. Daarom hebben we de zoektocht naar bewoners voor deze locatie onlangs beëindigd. Maar we blijven samen met AyganZorg kleinschalige activiteiten in de wijk organiseren, om de drempel tot zorg voor allochtone inwoners te verlagen. Het is voor ons ook nog zoeken wat we precies voor deze mensen kunnen betekenen. We zien een wijk met een groeiend aantal ouderen van allochtone afkomst. De ondersteuning voor hen is beschikbaar, maar ze weten de weg er naartoe nog onvoldoende te vinden en wij weten hun nog onvoldoende te bereiken.’

Ook Aygan ziet dit probleem. ‘De ontwikkeling gaat trager dan wij zouden willen. Vaak begint het met tijdelijke opvang, zodat mantelzorgers even ontlast worden en bijvoorbeeld op vakantie kunnen. We merken dat de omgeving dan geneigd is beschuldigend naar die mantelzorgers te kijken, maar we zien ook dat dit beeld heel langzaam begint te veranderen.’

Samenwerken als uitgangspunt
Aygan ontkent niet een rol te spelen – en ook te willen spelen – in het bewerkstelligen van een cultuurverandering en het taboe doorbreken bij allochtone Nederlanders om ouderen te laten verzorgen door een vreemde of in een verzorgingshuis te laten opnemen. Ze doet dit niet alleen door gepast zorgaanbod te ontwikkelen, maar ook door vrijwilligers aan te trekken. AyganZorg biedt hen taal- en computerlessen, geeft ondersteuning in bewegen, sporten en opvoeding. ‘In ruil daarvoor zijn mensen graag bereid iets terug te doen’, zegt Aygan, ‘zo komen we aan onze vrijwilligers. Ik merk dat de grotere aanbieders in de zorg dit ook wel willen, maar dat ze niet goed weten hoe ze dit moeten aanpakken. We helpen hen graag, want ik vind dat we zonder samenwerken zelf ook geen bestaansrecht hebben. Ik zie wel progressie, over twintig jaar zijn wij voor dit doel echt niet meer nodig. Dan is er vast wel weer een ander vraagstuk in de zorg waarop ik mij kan richten.’

In voor zorg!
Bron: Zorgvisie

Wilt u meer weten?

U kunt ons telefonisch contacteren of een e-mail versturen.